Wat moet ik doen, hoorden we de mensen vragen aan Johannes de Doper.
Nou, dat wist de Oldenzaalse Linda Everlo, als bijna afgestudeerd internist wel. Zij meldde zich aan als vrijwilliger bij de Stichting Bootvluchtelingen en werkt nu al vier weken met een ploeg artsen en verpleegkundigen op het Griekse eiland Lesbos, u weet wel waar dagelijks met de golven uit de Middellandse Zee letterlijk vluchtelingen aanspoelen. De beelden die ze zag van de mensonterende omstandigheden waarin de vluchtelingen worden opgevangen en vastgehouden hebben haar diep geraakt. Zij keek verder dan het uitzicht op een mooie baan in een Nederlands ziekenhuis en vond het als haar roeping om deze mensen belangeloos te helpen in de medische zorg, waarmee ze haar roeping als arts dienstbaar maakte voor de minsten onder ons en daarmee het leven voor hen een beetje aangenamer maakt. We konden haar verhaal donderdag j.l. lezen in de Tubantia.
Wat moet ik doen? Zouden wij niet allemaal die vraag moeten stellen, zeker in deze tijd van de Advent, de tijd waarin we wachten op de geboorte van Gods liefde onder ons. Ja, zelf hebben wij het wel voor elkaar, ondanks de pandemie hebben we niks te klagen en draait de economie als een tierelier. Vandaag vliegen duizenden fans naar Abu Dabi om van dichtbij het titelgevecht te volgen tussen Max Verstappen en Lewis Hamilton. Niet dat ik hen geen pleziertje gun, maar net twee dagen geleden verscheen een onderzoeksrapport waarbij er honderd duizenden vluchten zouden moeten worden geschrapt willen de mensen in een straal van 25 kilometer rond Schiphol gezond kunnen leven, de natuur en de boeren in hun bestaan niet bedreigd worden. Voor ons weekendplezier laten we daar, in de lucht en op het racecircuit een voetdruk achter, waar je niet trots op hoeft te zijn. Hadden die fans zichzelf niet de vraag moeten stellen : is het wel verstandig dat ik op deze wijze milieu en natuur ernstig belast, terwijl ik ook met evenveel plezier thuis de race kan volgen?
Nee, lieve mensen, Johannes vraagt vandaag niet van ons dat we af moeten zien van al onze pleziertjes, nee, hij vraagt of wij goed nadenken en handelen dat wij daarmee anderen niet tekort doen. Johannes vraag niet van ons dat wij de welvaart en technische vooruitgang moeten afwijzen, maar vraagt wel van ons dat wij onze welvaart en technieken inzetten voor een betere wereld, voor betere levensomstandigheden van de mens en de natuur. Neem zelf niet meer dan je nodig hebt, geef aan wie niets heeft. Vraag niet meer aan mensen dan mag en redelijk is. Haal niet meer naar je toe dan je nodig hebt. Zo kun je het geluk aan je medemens bevorderen.
Lieve mensen, Johannes spreekt geen ingewikkelde taal, het is verstaan baar voor alle mensen. Hij wijst ons naar de plek waar het echte geluk in het leven zit. Dat zit niet per sé, in welvaart, een dik salaris, een hoge baan, een droomhuis in het buitenland, maar het echte geluk zit in onze menselijke verhoudingen, in geborgenheid die wij bij elkaar vinden, in verdraagzaamheid, in een open hand en hart voor de vreemde die uit de golven aanspoelt en niet hoeft te worden ondergebracht in tochtige tenten op noodlocaties, ver weg van de bewoonde wereld. Het echte geluk zit in vriendelijkheid en gastvrijheid waarmee we elkaar gelukkig kunnen maken. Het zijn niet de vakken die op school gegeven worden, het zijn producten die bedrijven kunnen maken of die je per internet bestelt vanuit China. Nee, het is dagelijkse kost, die jou thuis wordt voorgezet.
Laat uw handen niet verslappen, zo zegt de profeet Sefanja ons in de Eerste Lezing. Als gelovigen is het onze opdracht om elkaar te genezen van hebzucht, doemdenken, eenzaamheid en stress. Laten de woorden van Johannes de Doper niet aan dovenmansoren zijn gezegd. Opdat wij ons zo goed mogelijk voorbereiden op de geboorte van Gods Liefde in ons hart en onze wereld. Amen.

Tilligte, 11 december 2021,

Pastor Jan Kerkhof Jonkman