Ik herinner mij ruim negen jaar geleden, toen ik herstellende was in het ziekenhuis van mijn herseninfarct en op de gang met veel moeite mijn logopedie oefeningen deed om de klanken en uitspraak weer goed te krijgen, er iets verderop een oudere dame in een rolstoel naar mij wenkte en zei: “ Ik hoor u daar woordjes en klanken oefenen, kan ik u misschien helpen?” misschien wel, antwoordde ik, niet wetende wat ik van haar zou kunnen verwachten. Zij vertelde mij dat zij Neerlandica was en ook bedreven was in logopedie en graag bereid was met mij te oefenen. Zo zat ik de volgende dagen op elk vrij moment met het nichtje van Annie M.G. Schmidt, die verlamd was geraakt door een tekenbeet, op de gang om driftig mijn spraak te oefenen, want de spraak was voor mij één van de zeer belangrijke pijlers voor herstel, naast de fysieke revalidatie. In die korte tijd heb ik ervaren wie je naaste kan zijn, iemand die je zomaar tegenkomt op jouw levensweg, een wildvreemde, die je weer helpt op te staan. Zij heeft voor mij de basis gelegd voor een voorspoedig herstel. Ik was dankbaar dat mij dit mocht overkomen, dat zij op het juiste moment mijn levenspad kruiste en niet met een boog met haar rolstoel om mij heen reed.

Wie is jouw naaste? Dat probeert Jezus ons vandaag in het zo bekende Evangelie over de barmhartige Samaritaan uit de doeken te doen. We zijn snel geneigd om te denken dat dit onze huisgenoten zijn, onze directe familie, vrienden of buren. Of de app-groep waar wij in zitten en waarin soms allerlei onzin wordt gedeeld. Wie is onze naaste en waar komen we die tegen, hoe gaan wij daar mee om? En wat mag je verwachten van een naaste wanneer jij in nood zit?
Zo vertelt Jezus het verhaal over een man op weg van Jeruzalem naar Jericho, een gevaarlijke weg door de woestijn, die overvallen werd door een rover die hem berooid en gewond achterliet. Op zo ’n moment ben je in principe verloren. Dan komen er twee bedienaren van de tempel voorbij, een priester en een Leviet, die met een grote boog om hem heen lopen, want als je te dichtbij, laat staan deze man aanraakte, was je onrein volgens de Joodse Wet. Twee mannen die eigenlijk zouden moeten weten wat te doen ( zij kwamen net uit de Tempel) hebben totaal geen compassie met de gewonde, halfdode man, en liepen voorbij. Na het vervullen van hun diensten en het verkondigen van Gods Woord, op weg naar huis, tonen ze totaal geen barmhartigheid, terwijl dat juist een belangrijk element is uit de eredienst. Zoals zo vaak gebeurt in onze tijd: we gaan uit plichtsbesef naar de kerk, luisteren braaf naar de preek, vereenzelvigen ons in de communie met Jezus, en gaan dan weer naar huis en doen de dingen gewoon weer zoals we eerder gewend waren en wenden ons op maandag af van de mens die ons vraagt om hulp of ontferming. Elke dag komen ze ons land binnen, verdreven , gevlucht uit hun moederland, vaak vervolgd en een lange , gevaarlijke reis achter de rug, vaak beroofd door mensensmokkelaars, hier op zoek naar veiligheid en een menswaardige opvang! Het lijkt alsof het ons niet zoveel doet, eerder voelen we ons bedreigd in onze eigen welvaart, want daar hebben we voor gewerkt en dat komt ons volgens onze wet toe.

Het verrassende in het Evangelieverhaal is dat er hulp komt voor de halfdode man vanuit onverwachte hoek. Een Samaritaan, een afvallige, iemand uit het volk dat de kerk van Jeruzalem heeft verlaten, waar men op neerkeek, iemand van wie je niet direct hulp zou verwachten. Juist hij liet zijn hart spreken, verzorgde zijn wonden, zorgde voor onderdak en staat garant voor de meerkosten die die nodig zijn voor zijn herstel. Jezus toont ons dat de eredienst in de tempel niet altijd heeft gezorgd voor compassie met de medemens in nood. Gelovig, kerkelijk zijn, trouw je plichten voor de kerk vervullen, is geen enkele garantie dat je het Evangelie hebt begrepen. Juist mensen buiten de kerk kunnen ons soms laten zien waar het, in praktijk brengen van het geloof, op aan komt. Pijnlijk komt zo aan het licht waar het in de eredienst in de tempel aan schort. De compassie en het hulpbetoon van de Samaritaan laten zien wat echte eredienst is: Goed dienen in dienst aan de medemens.

Lieve mensen: hoe belangrijk en goed het is om de eredienst in de kerk te bezoeken en Gods Woord op je te laten inwerken….. het allerbelangrijkste is dat je de eredienst in praktijk brengt in het leven van alle dag, ( op maandag, dinsdag….) door je te laten raken door datgene wat jij op jouw levensweg tegenkomt en dan doet wat je hart je ingeeft. Zo komen we onze naaste op het spoor en eren we God die ons in de ogen van de kwetsbare medemens aankijkt.
Met Mozes in de Eerste Lezing, zegt ook Jezus tegen ons: “Wat God je te doen geef is niet zwaar, ligt niet buiten je bereik, je kunt het volbrengen”.
Je naaste is niet ver weg, je naaste is heel dichtbij, kijk maar om je heen wie er hulp nodig heeft! Amen.

8/9 juli, Ootmarsum, Tilligte, Noord Deurningen,

Pastor Jan Kerkhof Jonkman