Wie vader of moeder meer bemint dan Mij , is Mij niet waardig! Wanneer je deze woorden letterlijk neemt, dan komt dat nogal hard over. Zo was ik de afgelopen week bij pater Hennie Haamberg, pater-Karmeliet, die als jongen van 17 jaar het kleinseminarie in Zenderen verliet om verder te gaan studeren in Brazilië, om zich daar als missionaris te gaan werken. Hij mocht pas na tien jaar terugkeren voor een korte vakantie, in een tijd dat je nog geen telefoon had, er geen internet of facebook bestond en je afhankelijk was van de brieven die je stuurde. Zo’n beslissing betekende nogal wat voor zijn ouders en familie, jouw dierbare omgeving te moeten verlaten om de roepstem te volgen die binnen in jou zit, om De Heer te dienen in den vreemde. Hennie is weer teruggekeerd naar zijn Brazilië, waar hij gelukkig is geworden en prachtig werk heeft verricht, vooral voor de jongeren. Zo zullen er in diverse keukens en kamers heel wat tranen gevallen zijn wanneer een zoon of dochter koos voor het kloosterleven , met het gevolg dat ze niet meer terug mochten keren naar hun geboortegrond. Gelukkig is daar de laatste jaren veel in veranderd en was de terugkeer, behalve de slotkloosters, wel mogelijk.

Moeten we die woorden van Jezus zo letterlijk nemen? Betekent dat letterlijk dat je je vader en moeder moet verlaten om Hem te volgen? Of bieden die woorden nog enige ruimte? Ik denk dat we de woorden die van jezus opgetekend staan, niet zo letterlijk moeten nemen. Jezus bedoelt dat we de gevestigde ideeën,, zijn eigen huis en haard , zijn vader en moeder, niet durft los te laten, zijn eigen ingeprente ideeën zijn eigen denken en doen, niet durft los te laten, dat hij dan niet mijn leerling kan zijn. Als christen moet je risico’s durven nemen, moet je het vertrouwde ook kunnen loslaten en moet je je openstellen voor het onbekende.
Je moet je durven open te stellen voor allerlei mensen, allerlei meningen en gastvrijheid geven aan diverse culturen, diverse kleuren en culturen.

Gastvrij zijn zoals de vrouw uit de Eerste Lezing, die zelfs zijn huis verbouwt om die vreemde man onderdak te bieden. Ja, die welgestelde dame ze voelde dat het een bijzondere man was, en wilde dat niet afdoen met een theekransje, maar maakte haar huis groter, zodat er iemand bij kon. Zij stelde haar leven open voor een vreemdeling, die later de profeet Elisa zou blijken te zijn. Die gastvrijheid wordt haar heel rijkelijk beloond. Deze kinderloze dame nam een risico door de vreemde vogel in huis te nemen, een risico dat een jaar later zal worden beloond. Want ze zal een kind krijgen, waarmee haar toekomst is verzekerd. Zo wordt haar gastvrijheid door God dik beloond.

Het verhaal van de gastvrijheid uit het Tweede Boek der Koningen wordt niet voor niets vandaag aan ons voorgelegd. En de vraag is aan ons: hoe gaan wij om met gastvrijheid? Zetten wij ons hart ook open voor mensen, ook wanneer ze iets van ons vragen? Kunnen wij ook openstaan voor andere meningen en denkpatronen? Wat te denken aan de duizenden die na een lange en gevaarlijke vlucht ons land hebben bereikt om hier in veiligheid een nieuwe toekomst op te bouwen? Hoezeer laten wij ons medeleven zien bij het zinken van de boot met honderden vluchtelingen in de Middellandse Zee, dat een waar een kerkhof is geworden vol lichamen met verdronken vluchtelingen. Een zee waar nog altijd veel vakantiegangers in baden en veel onschuldige slachtoffers heeft genomen.
Zouden wij niet wat meer gastvrij moeten zijn en mensen hier een nieuw bestaan moeten geven? Wie weet worden ook wij daarvoor ooit beloond.
Hoe staat het met onze gastvrijheid in onze kerk? Hebben wij ook plek voor gelovige onruststokers? Ruimen wij ook plek voor mensen die ontheemd zijn of uitgewezen zijn? Ja eerder zijn wij geneigd om grenzen te trekken, zoveel asielzoekers mogen erbij, of spannen we prikkeldraad om onze eigendommen te bewaken. Zitten ook wij soms niet opgesloten in ons eigen denken en doen en zijn we niet te bang voor andere culturen of religies?

Lieve mensen, wij zijn niet in staat alle problemen op te lossen, maar van ons wordt wel gevraagd wat meer gastvrij te zijn, goed noaberschap te tonen aan hen die bij ons aankloppen om onderdak. Van ons wordt gevraagd, net als het echtpaar uit Sunem, om open te staan voor allerlei mensen en meningen, en gastvrijheid te geven. Niet bang zijn voor het onbekende, zoals ook pater Hennie Haamberg dat niet was. Hij werd beloond met een zegerijk leven.
Mogen ook wij die gastvrijheid uitoefenen, om zoals Jezus zegt: Wie één van deze kleinen, al was het maar een beker koud water, te drinken geeft, zal zijn loon niet ontgaan.

Amen.

Ootmarsum, 2 juli 2023,

Pastor Jan Kerkhof Jonkman