In de iconische jezuïetenfilm ‘The Mission’ klinkt uit de mond van de hoofdpersoon de oneliner ‘we are not a democracy, we are an order’ (wij zijn geen democratie maar een religieuze orde). Dat wordt ook gezegd in het synodale proces: de kerk blijft een hiërarchische instelling. Toch is daarmee niet alles gezegd. Niet genoeg gezegd. Gehoorzaamheid is niet de enige waarde. Eérst komt de onderscheiding der geesten.

Daarmee wordt bedoeld: het gelovig aanvoelen wat wijs is. Er leven vele gedachten onder ons, ook tegengestelde gedachten. We kunnen niet alles tegelijk doen, aanpassen, behouden. We moeten kiezen. Onderscheiding probeert aan te voelen wat wijs is. Dat is meer iets van de ziel dan van het hoofd. Je weegt wat er gedacht en gezegd wordt, met name de ‘bijsmaak’. Is die rustig, liefdevol, wijs, diep – of eerder ongeduldig of hard? Het eerste is meestal een teken van God, het tweede juist niet. Verder heeft onderscheiding te maken met realisme, zo leert de benedictijnse traditie: de middenweg tussen ideaal en werkelijkheid in.

Dat onderscheiden is een heel gelovige zaak. Het doel is om op de golflengte van God te geraken en zijn stem te horen. Om goed te onderscheiden, helpt het daarom om op een gelovige manier te leven: te bidden, je naaste te dienen, het evangelie te lezen, verwonderd te zijn over mooie dingen, verdrietig te zijn over slechte dingen, verbonden te zijn met de kerk.

Bij die levensstijl hoort ook: openheid. Wie alles zeker weet, staat niet open voor Gods verrassingen. Dat is een kritiek aan het adres van iedereen met absolute overtuigingen, of ze nu ‘conservatief’ of ‘liberaal’ van aard zijn. Wie zijn zekerheden relativeert en twijfel toelaat, wordt pelgrim op de weg van het geloof. Onderscheiding wordt dan een rijk avontuur van samen op weg zijn – samen met God, en samen met elkaar. Precies wat synodaliteit betekent dus.

Deze bijdragen zijn een samenwerking van De Zalige Zalm en het Nederlands Dagblad.